Dag meneer Jansen. Hoe gaat het met …? Kunt … … herinneren wanneer we voor het laatst bij mij koffie gedronken heeft? En hoe gaat het met … vrouw? Ligt … nog in het ziekenhuis? Ik heb … vorige week een kaartje gestuurd – heeft … dat al gekregen? Ik hoop dat … … snel zal herstellen.
Dag Hans. Hoe gaat het met …? Heb … al gehoord dat Bert op vakantie is? Heb … al een kaartje van … gehad? Weet … ook wanneer … terugkomt?